Categorieën archief

Alleen maar netjes downloaden

Ik was blij dat de film Alleen maar nette mensen heette, of laat ik het zo zeggen, ik had geen zin in een film die Alleen maar gore mensen heette, dus ik stiefelde vol goede moed samen met een vriendin en vijfhonderd gram pepernoten naar City, de Pathé-bioscoop aan het Leidseplein.

Zoals het in Amsterdamse bioscopen gewoonlijk gaat, zat iedereen op een andere plek dan ze even daarvoor zelf op het scherm bij de kassa hadden uitgekozen. Het gevolg: onze stoelen waren bezet, maar wij bleven bij onze keuze voor rij 2, stoel 6 en 7. Er volgde een stoelendans. Een paar minuten en een aantal indrukwekkende bedreigingen later (‘Hey, meisje, kan je niet bukken ofzo? Ik kan jou wel leren bukken hoor’) zaten we klaar voor het verhaal over David en Rowanda. En David en Naomi. En David en Rowanda. En David en Destiny. En David en Miss Kelderboxseks. En David en Lady Soul. Misschien werd ik beïnvloed door al het Duo Pennotti-gebeuren op het scherm, in elk geval had ik behoefte aan de mix pure en witte chocopepernoten die ik in mijn tas mee naar binnen had gesmokkeld. Eén probleem: ik durfde sinds de buk-opmerking de krakende zak niet open te maken, uit angst na de film een rochel met stukjes popcorn in de capuchon van mijn jas te vinden en een dwingende uitnodiging voor een lesje bukken in een obscure garagebox. Ik moest me concentreren om stil te blijven zitten en toen ik naar links keek, zag ik dat mijn vriendin ook niet in de meest ontspannen houding zat: met de voeten van de vloer, knieën in haar nek, doodsbang dat een pluizige stadsmuis haar been zou aanzien voor een stukje Emmentaler. En dat is het moment waarop ik besloot: dit was mijn laatste keer bioscoop.

Ik ga vanaf nu Alleen Maar Netjes Downloaden.

 

getagged

Geraniums

Op 7 augustus was het zeventig jaar geleden dat de Gestapo op de stoep stond bij mijn oma. Zeven-tig jaar geleden. Dat getal zette me aan het denken. Want het lijkt een eeuwigheid; ik vind het nogal moeilijk om me voor te stellen hoe ik er over zeventig jaar bij zit. Doe ik dan een hele week met één zak zachte witte bolletjes? Met leverworst en smeerkaas; alles zacht en smeerbaar in verband met mijn kunstgebit? En de belangrijkste vraag: heb ik geraniums? En: zit ik daar achter?

Behalve dagelijkse beslommeringen in de categorie flora, fauna en plastic tanden, speelt er natuurlijk meer in het bejaardenleven. Waar ik benieuwd naar ben is: wat zit ik tegen die tijd (al dan niet achter geraniums) te overpeinzen? En welke gebeurtenis van zeventig jaar geleden heeft dan nog steeds impact op mijn dagelijks leven? De tupperware doosjes bij mijn oma in de vriezer verraden dat ze nog altijd geen eten kan weggooien. Een erfenis van de oorlog. Maar het gaat dieper dan dat want als ze iemand ontmoet, vraagt ze zich af: ‘Zou ik bij hem onderduiken?’ Zo beoordeelt ze mensen nog steeds in de wijze waarop ze te vertrouwen zijn.

Dat lijkt mij een lastige bagagebak, maar van mijn oma weet ik ook dat ze juist dankzij die oorlog bij de dag heeft leren leven, je weet maar nooit wanneer de laatste kan zijn. Dat is niet iets wat ze uitspreekt maar dat merk ik aan de manier waarop ze van elke dag weer een klein feestje probeert te maken. Nieuwe recepten uitproberen, zwemmen in een meer, lange vingers drenken in de Amaretto en dan ‘een dot’ verse room erover, bumperkleven op weg naar de supermarkt.

Dat hoop ik over zeventig jaar ook allemaal nog te doen.

getagged , , , , ,

Doe de crisis-hap

In de krant van vrijdag las ik dat we eetbaar voedsel weggooien omdat we niet begrijpen wat ‘ten minste houdbaar tot’ betekent. ‘We’ is hier ‘de gemiddelde Nederlander’ in het algemeen en ‘mijn generatie’ in het bijzonder. Ik vraag me af: op hoeveel manieren zijn de woorden ‘ten minste houdbaar tot‘ dan te interpreteren?

Getallen: de gemiddelde Nederlander gooit per jaar 40 kilo eetbaar voedsel in de prullenbak. Als je kilo’s omrekent naar maaltijden zijn dit 65 warme maaltijden per jaar. Los van dat het zonde is van het eten, kost het ook nog eens geld. Veel geld: 2,5 miljard euro, 150 euro per persoon per jaar.

Uit het onderzoek blijkt ook dat we onze eigen neus en tong niet meer vertrouwen. In plaats van te ruiken en te proeven, kijken we naar de tht-datum die losjes op de verpakking is gedrukt. Daarbij denken we dat die tht-datum zoiets betekent als: ‘Eet dit product absoluut niet na deze datum! Je huid zal even later aanvoelen als een droge spons, je krijgt geheid groenige uitslag rondom de ogen en je tong zal zo opzwellen dat je het idee hebt dat je gehemelte onderdak verleent aan een skippybal.’

De generatie die de oorlog heeft overleefd, gaat daar heel anders mee om, het zal me niets verbazen als ze die datum niet eens lezen. Mijn oma bijvoorbeeld, zal nooit eten weggooien. In de vriezer wonen hele families gevulde tupperware-doosjes en als ik na een etentje bij haar mijn bord leeg heb en vraag naar het geheim van de chef, blijkt dat de lange vingers van de tiramisu gedrenkt waren in Tia Maria-likeur die goed was tot 2006.

Ook de generatie van mijn ouders, die is opgegroeid met verhalen over oorlog en honger, gebruiken hun zintuigen om te oordelen: potjes mosterd en crème-fraiche waren bij ons thuis standaard over de datum. Mijn moeder leerde mij dat je yoghurt dagen na de tht-datum nog prima kunt eten. Dankzij haar proef ik het verschil tussen ‘zuur’ en ‘te zuur’ en op zondag aten we een ‘crisis-hap’: een combinatie van allerlei overgebleven groente, vlees en aardappelen van de afgelopen week. Dit leidde tot originele combinaties en niemand keek verrast op als er taugé door de pasta-saus zat. Geen haute cuisine, maar 100% eetbaar.

Uit het onderzoek blijkt dat het inderdaad per generatie verschilt hoeveel voedsel er wordt weggegooid: jongeren onder de 25 jaar verspillen duidelijk meer voedsel en ouderen boven de 55 jaar duidelijk minder. Hier zouden ‘we’ iets aan kunnen doen.

Vorige week vertelde een vriendinnetje over haar zondagse mix in the fridge, een variant op de crisis-hap uit mijn jeugd. Ik zeg: kliekjesdag is hot, weggooien is not.

getagged , , , , ,