Maandelijks archief april 2014

Groepsvakantie

Ik ben dol op groepsvakanties. En dan vooral op de onderlinge rolverdeling die in elke groep ontstaat, of je nu met acht vrienden in een huis op Ibiza zit, met drie avonturiers rondtrekt door Brazilië of met je familie een weekend een stad bezoekt: in elke groep is op dag één, wat zeg ik, op het vliegveld, de rolverdeling al glashelder.

Zo kent elk gezelschap een Leider die zorgt dat de groep doorloopt of stilstaat, om 7 uur aan het ontbijt zit of om half tien bij de kano’s verzamelt. Met zinnen als “Nee, Eva, we gaan niet naar de Zara, die hebben we in Nederland ook, we gaan nu een kerk bezichtigen”, heeft de Leider een natuurlijk overwicht die door de rest stilzwijgend wordt geaccepteerd. De kudde sjokt door. Op naar die kerk!

Dan is er de Übertoerist, geduchte concurrent voor de leider, want vaak net iets beter voorbereid. De Übertoerist is kaartlezer en cameraman in één, heeft zich van tevoren ingelezen over de Maori’s en de Longnecks en is herkenbaar aan het verfomfaaide stadsplan in de achterzak en de Canon-camera om de nek. Hij zorgt voor groepsfoto’s bij de kerk en leest bij de mozaïekwand enthousiast voor uit de Capitool reisgids: “De Portugezen namen goud en tegels mee van hun verre reizen om thuis de kerken mee te decoreren; deze blauwwitte wandtegels komen uit 1658, wow!”

Van de Volger heeft niemand last, die stemt in met elk plan, evenals de Slenteraar, die volgt ook, zij het in zijn eigen tempo want de Slenteraar wil elke geur, tropische bloem of vrouwtje in lokale klederdracht absorberen en vertraagt zijn pas bij iedere etalage, bakkerij met cupcakes of plaatselijke middenstand met kaartenrek.

De Verzorger is de meest gevoelige van het stel, de kerk kan haar gestolen worden, zolang iedereen zich maar lekker voelt, het eens is met het plan van de dag en de sfeer tiptop gezellig is. Zij vindt het geen probleem om de hele dag de rugtas te dragen met ieders flesje water, sigaretten, zonnebrand, Sultana’s, bananen en een flesje Deet tegen de muggen. Zij is ook degene die doorheeft wanneer anderen honger hebben, behoefte aan een cafeïne-boost of gewoon ordinaire zin in een shotje voor de sfeer, de Verzorger regelt het welverdiende pintje aan het einde van de dag.

Dan rest nog de Stoker, degene die altijd roet in het eten gooit als er nét consensus is bereikt over de dagactiviteit, degene die altijd de zwarte piste af wil als de rest al met één been op de rode staat, degene die toch liever het boottochtje boekt in plaats van de tempel met de grootste boeddha (“Jongens, boeddha’s heb je hier toch overal, hoe die eruitziet als ie 8 meter is, kan ik me wel voorstellen. Maar een turquoise lagune kom ik hier op het droge niet zomaar tegen”), degene die altijd het plan van de leider in de war schopt en de kaartenlezer wijst op een andere mogelijke route.

Wat de groep dan nodig heeft is een Verzorger die verandert in een Verleider en gewapend met Sultana, zoetgevooisde stem en de belofte om op het eerstvolgende terras een biertje te gaan drinken, soepel alle neuzen dezelfde kant op zet. Op naar het terras!

 

Follow the leader

(Deze column werd gepubliceerd door HP/De Tijd)

e

 

getagged , , , , , ,

Samen douchen

Een tamelijk schokkend bericht op Nu.nl gisterochtend: “Ruim 40 procent Nederlandse stellen doucht nooit samen”. So what? zult u misschien denken, maar het trok mijn aandacht. En wel hierom.

Ik hoor bij die 40 procent, een conclusie die ik pijnlijk vond. Het stemmetje in mijn hoofd riep: dit moet voortaan anders, bij die 40 procent wil jij niet horen.

Maar waarom niet? Omdat het ongezellig klinkt. Kil, afstandelijk en het begin van De Sleur. En laat De Sleur nou net het beest zijn waar ik het meest bang voor ben in het leven. De Sleur is wat mij betreft het gezicht van het kwaad, van een saai voorspelbaar leven, van plannen die op de plank worden gelegd of in de ijskast worden geparkeerd.

Terwijl mijn hoofd bezig was met oplossingen om voortaan niet meer tot die 40 procent te behoren, las ik de rest van het artikel.

“Hoewel 40 procent van de Nederlandse stellen ‘s ochtends samen de badkamer gebruikt, douchen ze nooit samen. Terwijl de ene partner doucht, poetst de andere partner de tanden of wast het gezicht. Dit blijkt uit onderzoek onder 1.200 Nederlanders. Een derde van de ondervraagden zit zelfs op het toilet terwijl de partner onder de douche staat.”

Die zin deed me denken aan mijn eerste vriendje. Ik was vijftien, hij was wat ouder. Ik zat nog op school, hij had een baan. Kortom: ik keek tegen hem op. Tot het moment dat hij op een dag letterlijk tegen mij opkeek. Ik stond me op te maken in de badkamer, hij kwam binnen en ging op de wc zitten (zitten: dan weet je hoe laat het is). Daar schrok ik van, maar hij praatte door over zijn werkdag, alsof de setting de normaalste van de wereld was.

Het werd onze eerste discussie: hij vond dat volledige openheid (aah, die woordkeus in deze situatie!) de enige basis was voor een goede relatie. Om zijn verhaal verder te illustreren, vertelde hij hoe dat met zijn vorige vriendin ging: regelmatig at hij zittend op de wastafel een bord spaghetti terwijl zij tegenover hem op de wc zat. Ik: “Te poepen?” Hij: “Ja, wat anders? Dat kon wel even duren, dus at ik intussen mijn pasta bolo, voor haar was het toch veel gezelliger als ik erbij was?”

Poepen en eten combineren = niet oké, daarin ben ik in al die jaren niets veranderd. Sommige dingen hou je voor jezelf en in mijn wereld is naar de wc gaan daar één van. Samen douchen daarentegen = wel oké, een simpele manier om de sleur buiten de deur te houden. Morgenochtend hebben we de kans om ons te distantiëren van die 40 procent. En overmorgen weer.

Happy hippo

getagged , ,