Maandelijks archief maart 2014

Pleidooi voor ‘guilty pleasures’

Sommige mensen zijn verslaafd aan sigaretten, anderen aan televisieseries, seks of aan elke minuut een euro in de fruitautomaat gooien.

Volgens mij heeft iedereen wel een (stiekeme) verslaving of tenminste een guilty pleasure. Dat laatste is relatief onschuldig, puur op plezier gericht en zonder grimmig randje, een persoonlijke geneugte waar de omgeving verder geen last van heeft – laat staan door wordt gekwetst.

Helaas houden mensen hun guilty pleasures nog te vaak voor zichzelf (hoe leuk zou het zijn om te weten dat je collega van Systeembeheer thuis een verzameling glinsterende mineralen heeft in een glazen vitrinekast?) Nu lijkt het mij gemoedelijk als we daar wat opener in worden met z’n allen en op een willekeurige verjaardag of werkborrel onze onschuldige verslavingen met elkaar delen. Daarom ga ik vandaag met de billen bloot: ik biecht mijn guilty pleasure op, in de hoop er wat bijzondere, verrassende of vreemdsoortige verslavingsverhalen voor terug te krijgen.

Ik ben verslingerd aan de huizensite Funda, om op die site naar andermans interieurs kijken. Soms gaat elk verloren uurtje eraan op, soms kijk ik maanden niet. Maar áls ik op dreef ben, is het moeilijk om te stoppen. Van het ene appartement klik je hongerig door naar het volgende; soms ga ik mijn eigen straat af, andere keren neem ik een kijkje in dorpen met vrolijke namen als Ransdorp, De Hut of Belgenhoek (dat ligt in de gemeente Helden). Incidenteel ga ik voor kasten boven een miljoen euro, maar veel liever twee-onder-een-kapwoningen met marktconforme vierkantemeterprijzen.

De manier waarop sommigen hun huis speciaal voor de foto stileren of juist helemaal niets doen aan het beeld is ontroerend. Dezelfde vaas met bloemen is soms in elke kamer terug te zien, boeken zijn op kleur gesorteerd of handdoeken liggen opgevouwen op het bed, als zagen we een hotelkamer. Maar veel vaker zie ik onopgemaakte bedden, badkamerspiegels die nooit kennis hebben gemaakt met Antikal of een aanrecht vol borden met aangekoekte pastasaus. Foto’s met het douchegordijn door maar de helft van de ringen, tig verlengsnoeren dwars door de kamer en ramen waar je niet doorheen kunt kijken. Ik kan er uren naar gluren. Stiekem geniet ik als ik me dan realiseer dat dit foto’s zijn van huizen die mensen graag willen verkopen. Waarom kom je dan niet op het idee om de boel wat aantrekkelijker te presenteren?

Wie regelmatig rondkijkt op Funda ziet een gat in de markt in crisistijd: word stylist, begin een opruimservice of geef spoedcursussen Huis aan kant. Dit soort services bestaan vast al, maar het probleem is natuurlijk het geld dat betaald moet worden voor stevig opruimadvies, want voor nul euro stroopt niemand de mouwen op.

Ook al zou het de huizenmarkt uit het slop kunnen helpen: ik hoop dat de theorie ‘opgeruimd huis = huis sneller verkopen’ aan half Nederland voorbij blijft gaan, anders moet ik een nieuwe guilty pleasure zoeken.

 

Guilty pleasures

 

getagged , ,

De rijexaminator die ik had moeten slaan

We speelden het spel: als je de tijd kon terugdraaien en iemand in je leven mocht slaan (wat je toen dus niet deed), wie zou dat dan zijn?

Daar hoefde ik niet lang over na te denken (niemand trouwens): de rijexaminator.

Na twintig lessen mocht ik afrijden, mijn rijleraar had er het volste vertrouwen in. In tegenstelling tot de meeste van zijn cursisten, zei hij, kon ik in één keer achteruit inparkeren en liepen andere ‘bijzondere verrichtingen’ zoals de hellingproef en straatje keren ook gesmeerd. De week voor het examen leerde ik voor de zekerheid nogmaals alle voorrangsregels en verkeersborden uit mijn hoofd, me ondertussen afvragend wanneer het in godsnaam van pas zou komen om te weten dat rijden met sneeuwkettingen leidt tot tien procent meer brandstofverbruik.

Op de dag van het examen stapte ik vol goede moed achter het stuur van de rode Volkswagen Polo met de rijlesreclameteksten op de zijkant, de examinator schoof op de bijrijdersstoel. Toen boog hij voorover, ging met zijn arm voor mijn borst langs en pakte mijn gordel. Nadat hij mijn riem had vastgeklikt, zei hij: ‘Weet je wanneer de gordel het beste zit?’

Dit stond niet in het theorieboek, dacht ik nog. Verdomme, als dit standaard een onderdeel was van het examen had mijn rijleraar me weleens beter mogen voorbereiden. Ik moest deze vraag goed beantwoorden, ik ging niet zakken op het vastmaken van de gordel. ‘Goed aantrekken?’, vroeg ik.

‘Fout, dame. Nadat je de riem hebt vastgemaakt, moet je flink wiegen met je heupen’, hij demonstreerde hoe, tilde zijn bekken een beetje omhoog en schoof van links naar rechts op de stoel, waardoor ik werd gedwongen om naar de zone rondom zijn kruis te kijken. ‘Doe mij maar na’, zei hij, ‘dat kan je vast heel goed. Daarna gaan we de weg op.’

Ik deed het, geloof ik (het moment heb ik verbannen). Achteraf misschien idioot, maar voor mijn gevoel had ik geen keus. Het rijexamen moest nog beginnen, ik wilde niet op het parkeerterrein al een fatale fout maken. Bovendien wilde ik per se dat papiertje, en die macht lag in zijn handen.

Na een rit van drie kwartier, waarin de man nog een stel kleinerende opmerkingen maakte en mijn zelfvertrouwen steeds verder afbrokkelde, waren we terug op het parkeerterrein. Binnen vertelde hij me dat ik het helaas niet had gehaald. De vrachtwagen die ik voor liet gaan met invoegen op de snelweg, had ik moeten inhalen. Ik durfde toen geen klacht tegen de man in te dienen, hij was het hoofd van alle rijexaminatoren in de regio en ik moest over een paar weken opnieuw afrijden. Als ik nu de tijd tien jaar kon terugdraaien had ik hem dus willen slaan.

We hebben meteen een nieuw onderdeel aan het spel toegevoegd: je mag zelf kiezen hoe en waar je die persoon wilt raken. Ik koos niet voor de vuist in het gezicht, maar een flinke trap in de ballen.

 

Boks

 

(Deze column werd gepubliceerd op hpdetijd.nl op 1 maart.)

getagged , , , , ,