Maandelijks archief februari 2014

De ware liefde van de daklozenkrantverkoper

Voor de ingang van de Jumbo staat Kate, haar hoofd en nek zijn in een dikke rode sjaal gewikkeld, van dichtbij zie ik de wondjes op haar voorhoofd die me doen denken aan de crystal meth-gebruikers die ik ooit bij Oprah zag. Per dag verkoopt Kate zes tot acht daklozenkranten. Een krant kost inkoop 1,10 euro en ze verkoopt ’m voor 2 euro. Aan de verkoop verdient ze op een achturige werkdag in het gunstigste geval dus 7,20 euro.

Gelukkig is de assertieve daklozenkrantverkoper van meer markten thuis. Kate verdient aan mensen die spullen bij haar stallen: honden, kinderen, volle boodschappentassen of een fiets met de sleutels in het slot worden bij haar geparkeerd. In ruil voor een of twee euro past zij erop, terwijl diegene in de supermarkt zijn boodschappenkarretje vol laadt met kip, tikka massalakruiden, romige roeryoghurt en pure chocolade met hele hazelnoten. Het meest verdient ze echter aan ‘geld zonder krant’, mensen die geld geven zonder dat ze een tegenprestatie verwachten. Hoeveel iemand geeft, verschilt nogal per stadsdeel, vertelt ze. Van maandag tot en met zaterdag staat ze bij een Albert Heijn in Amsterdam Zuid en ‘helaas alleen op zondag’ hier in de Jordaan. “The working class in de Jordaan is veel guller, de mensen in Zuid met Woolrich-jassen letten meer op de centen.” Klanten van de supermarkt stoppen haar ook weleens wat te eten toe, vanochtend nog twee croissants. Van het personeel krijgt ze nooit iets.

Haar vriend Rory komt erbij staan. Hij pakt een sigaret uit de zak van zijn vaalblauwe capuchontrui. Rory verkoopt geen kranten. Hij is dealer: Wit en bruin. Alleen bolletjes.” Aan Kate geeft hij niks. Zegt hij. Kate knikt: “Echt niet hoor, ik ben sinds november 2011 min of meer clean.” Min of meer? “Ik heb afgelopen jaar een paar misstappen gemaakt, maar het gaat nu beter. Alleen laatst had ik een fiets, geleend, zeg maar, dus toen liep ik over het Leidseplein: ‘Fietsie kopuh, Fietsie kopuh?’ Een man had interesse, dus ik zei ‘tientje’ maar hij gaf me vijfti euro! Toen had ik een zwak moment en ben ik drugs gaan kopen.”

Kate neemt een slokje van haar bier. “Weet je wat jammer is? Ik heb hiv.” Rory pakt haar sigaret over: “Dankzij haar heb ik het nu ook. Ze had niks tegen me gezegd.” Hardhandig trekt hij aan haar sjaal. “Daarom ben ik maar met haar getrouwd. Nu moet ze voor altijd bij me blijven.”

 

daklozenkrant

(Deze column werd gepubliceerd op hpdetijd.nl op 20 februari.)

 

getagged , , ,

De doe-het-zelf huisarts

Ik heb kriebel rondom een moedervlek die ik niet vertrouw. ’s Nachts zijn de jeuk en de pijn van het krabben zo erg dat ik niet in slaap kom. Na drie nachten insomnia ga ik naar de huisarts. Ze zegt verontrustende dingen als: ‘Goh, dit is wel een atypische klacht’ en ‘Tsja, wat gaan we nou doen met jou?’

Laat ik één ding vooropstellen, denk ik: we gaan niets doen met mij, jij gaat mij vertellen wat mijn probleem is of me doorverwijzen naar een dermatoloog als je zelf de oorzaak of de oplossing niet weet.
Doorverwijzen is nergens voor nodig, zegt de huisarts, en ze vraagt of ik al op internet heb gekeken. Nee, natuurlijk niet, op internet staan gruwelplaatjes en doemscenario’s van hypochonders, ik kom naar deze praktijk omdat ik informatie wil van een betrouwbare bron, iemand die ervoor heeft gestudeerd en advies geeft op basis van mijn persoonlijke klachten.

Ze draait haar computerscherm en laat me foto’s zien van mensen met ernstige huidziekten (ze kunnen zo in het tv-programma Dit is mijn lijf) en zegt: ‘Maar dit heb jij niet’.
Ik zeg dat ik die foto’s niet hoef te zien.
Dat vindt zij opmerkelijk. En ik vind het opmerkelijk dat zij niet weet wat ik heb en het op internet opzoekt. Geen speciale huisartsendatabase, maar gewoon op huidziekten.nl met de mededeling: ‘Dat had je zelf ook even kunnen doen’.

Ik wil veel zelf doen in mijn leven: mijn eigen geld verdienen en zelf beslissen waaraan ik het uitgeef, met startkabels de lege accu van de oude auto opladen, eigenhandig de lekke band van mijn fiets plakken en zelf mijn administratie doen. Maar té specialistische zaken laat ik aan een ander over.

Twee dagen later vraag ik de andere huisarts in de praktijk om een verwijsbrief om de moedervlek weg te laten halen. Dat is niet nodig, zegt hij, dat kan hij hier tijdens het spreekuur zelf doen.
Mijn zusje ging ooit op dat voorstel in en hield daar een gigantisch dood-grijs litteken aan over. Aangezien ik dat niet wil, vraag ik nogmaals om de verwijsbrief.
‘Ik kan het prima zelf’, zegt hij.
Het gesprek wordt hard tegen hard. Uiteindelijk schrijft hij met tegenzin de verwijsbrief en terwijl hij zijn handtekening zet, zegt hij: ‘Als je maar niet denkt dat je bij De Bergman kliniek door een specialist wordt geholpen. De vriendjes van mijn zoon, allemaal artsen in opleiding, klussen daar bij om te oefenen en extra centjes te verdienen.’

Op internet vind ik de adressen van zes andere huisartsen bij mij in de buurt. Inschrijven bij de nieuwe praktijk doe ik zelf.

huisarts

 

 

 

 

getagged ,