Maandelijks archief februari 2013

Vero Cuoio

Op mijn veertiende barbecuede ons gezin zo vaak mogelijk. Spareribs waren favoriet. Los van de letterlijke vertaling – reserveribben – zette de vorm van dit vlees mij aan het denken. Ik ging het visualiseren en bedacht er een kop, vacht en pootjes bij totdat ik een vrolijk pluizig varkentje voor me zag. Waar die rib precies vandaan kwam had ik me nog nooit afgevraagd maar nu ik het wist (Wilbur, het aaibare varkentje uit Charlotte’s Web!) besloot ik: deze ribbenkast moet ik niet. Zo is het begonnen. Het waren de laatste botjes waar ik aan zou kluiven. Op verzoek van mijn moeder – huilend roerde ze in een eenpersoons pannetje met groente en vleesvervanger – heb ik nog een jaartje kip gegeten, maar na het wekelijkse gerouleer tussen kipcurry, kipcordonbleu en kipsaté (ik heb geen idee waar de leus ‘Kip, ‘t meest veelzijdige stukje vlees, KIP!’ op is gebaseerd) heb ik daar ook een eind aan gemaakt.

Je bent wat je eet, zeggen ze. En ik was liever tofu dan varken. Sinds het paardenvleesschandaal zijn veel mensen nu opeens paard in plaats van koe. Het is niet de eerste keer dat ik teleurgesteld ben in de herkomst van iets. Zo ontdekte ik middenin mijn glacé koekenperiode (voor 60 cent kocht ik er dagelijks eentje in de schoolkantine) dat het roze van de Roze koek gemaakt is van bladluis. Bij De Keuringsdienst van waarde zag ik dat in elk buisje griepkorrels van Oscilloccocinum een minuscuul stukje eend zit. En tot mijn twintigste leefde ik in de veronderstelling dat het ‘Vero Cuoio’ onderop mijn schoenzolen de naam was van de dure Italiaanse ontwerper.

In Engeland schijnen mannen in witte jassen de school- en ziekenhuiskantines ondersteboven te keren op zoek naar resten paard. Nu ze daar toch zijn, is het misschien een idee om ook de schoenzolen van de kinderen en de broekriemen van de chirurgen mee te nemen naar het lab voor onderzoek. Net zoals mijn varkentje hadden al die paardenvleesbiefstukken namelijk ook ooit een huidje. Als paardenleer straks opduikt in de mode-industrie kunnen we eindelijk door naar hoofdstuk twee van het paardenvleesschandaal, want dat de diepvrieslasagne niet te vertrouwen is weten we nu wel.

baby paard met laarzen

getagged , , ,

Lowlandskaartverkoopstress

De wekker van mijn telefoon gaat morgen om tien uur, de melding is ingesteld op ZO LUID MOGELIJK. Niet omdat ik nu al weet dat ik me vanavond ga laven aan meters bier, afgetopt met Campari-soda en een shotje Jäger voor de sfeer, en bang ben dat ik zonder wekker nooit meer wakker zal worden. Nee, deze herinnering staat al maanden met kapitalen in de digitale agenda: morgen start lowlands met de kaartverkoop en uit ervaring weet ik: dat wordt chaos, stress en als een bezetene op de F5-knop van mijn toetsenbord drukken.

Drukken, daar begint het mee, maar hoe langer het duurt dat je er maar niet doorheen komt, hoe meer het op rammen begint te lijken, totdat uiteindelijk de F en de 5 niet meer zichtbaar zijn op de toets. Het aankoopproces van een lowlandskaartje gaat ongeveer zo: om 10.45 uur surf ik naar de ticketverkoop-site. Naast de laptop liggen de bankpas en e.dentifier klaar (gisteren nog vijf cent naar mezelf overgemaakt om er zeker van te zijn dat de iDEAL-techniek me niet in de steek zou laten, o mijn god wat een slimme actie!). In een tweede venster open ik twitter en type #ll13 in het zoekvenster zodat ik Neerlands aankoopleed in realtime kan volgen. Op mijn telefoon zie ik dat er 26 nieuwe berichten zijn in de ‘lalalaa lowlands 2013’ whatsapp-chat: alle leden van ons festivalclubje zijn aangemeld, alle zes zitten er klaar voor. Klaar om 185 euro over te maken voor een feest dat in augustus pas plaatsvindt.

En dan is het elf uur en begint het zweten, een kaartje kopen is topsport: non-stop schakelen van scherm één naar scherm twee, door naar twitter en naar whats-app en naar de vragen in je hoofd: waarom kom ik er niet doorheen? Zal ik nu refreshen of over dertig seconden? Zal ik een tweede scherm openen en nog een keer inloggen of word ik in het eerste scherm dan ook achteraan de wachtrij geplaatst? Waarom heeft Mojo geen voorrangspolicy voor mensen die al zeven keer zijn geweest?

Op twitter verschijnen de eerste berichten: ‘Yesssssssssss, Biddinghuizen here we come!’ en ‘Mijn tent en ik gaan naar lowlandsssssz’. Behoorlijk verontrustend. Maar nog verontrustender zijn de berichten uit mijn eigen groep: de eerste twee hebben hun kaartje binnen. Op twitter wordt nu gezegd dat de eerste 20.000 kaartjes er doorheen zijn gegaan in twee minuten, het record van vorig jaar is verbroken. Ping: de derde van ons is erdoor. En dan Ping! de vierde. Ik kijk op mijn scherm, ik ben eruit gegooid! Inmiddels zijn volgens twitter 40.000 kaarten verkocht en moet ik weer opnieuw beginnen, achteraan aansluiten in de wachtrij. Ping: nummer vijf is door en gaat beginnen aan het betaalproces. Op dat moment wordt mijn scherm vernieuwd, ik denk dat ik erdoor ben, switch nog even naar het scherm met de twitterberichten en zie dan staan: #ll13 UITVERKOCHT! Het is voorbij, de Maya’s hadden het al voorspeld, dit is toch nog het einde van de wereld.

Mijn enige optie is als slaafje bij La Place pistoletjes vullen met eiersalade en sprieten bieslook voor het vers-effect. En dan komt wat nu al het mooiste bericht van het jaar zal zijn, binnen op de whatsapp-chat: ‘Car! Ik heb er twee. Jij gaat mee!’

In negen minuten zullen 60.000 mensen morgen 185 euro overmaken naar Mojo voor een festival dat pas over een half jaar in een weiland plaatsvindt. De overheid bezuinigt dan wel op cultuur, de consument allerminst. 

lowlands aug 2012

getagged , ,