Na 65 jaar een moord bekennen

Deze week vijf opmerkelijke WOII-gerelateerde berichten uit 2011. Vandaag nummer twee. 

2. 96-jarige vrouw bekent moord op ingenieur

Op 1 maart 1946 werd de Leidse ingenieur Felix Guljé in de deuropening van zijn huis doodgeschoten. Een vrouw had gevraagd of ze de ingenieur even mocht spreken. Toen hij naar de deur kwam, werd hij neegeschoten. Guljé stierf in de ambulance.
Vorig jaar juni, ruim 65 jaar later dus, bekende Atie Ridder-Visser (nu 97) de moord. Ze schreef een brief aan de burgemeester van Leiden.
Ridder-Visser, verzetsnaam ’Karin’, was in de Tweede Wereldoorlog lid van een knokploeg die zich richtte tegen collaborerende Nederlanders en Guljé werd verdacht van economische collaboratie. De verzetsgroep dacht dat hij aan de kant van de nazi’s stond, maar in werkelijkheid deed Guljé veel in de illegaliteit. Hij had Joodse onderduikers, steunde andere families die onderduikers onderdak boden en leidde de Algemene Katholieke Werkgevers Vereeniging, die door de bezetter was ontbonden. Weinig mensen wisten van zijn illegale werkzaamheden, omdat er NSB’ers werkten bij het bedrijf waar hij directeur van was.
De bekentenis maakte veel los bij de familie van Guljé. Zijn kleinzoon zei bijvoorbeeld dat zijn opa nooit was vermoord als Atie Ridder-Visser en haar medeplichtigen zich beter in hem hadden verdiept. Voormalige verzetsstrijders noemen Ridder-Visser huichelachtig omdat ze zo lang heeft gewacht met het ophelderen van de moord.

In Uitgesproken EO doet Ridder-Visser haar verhaal (5.44 min). Ze heeft geen spijt.

In de oorlog was Ridder-Visser een vooraanstaand lid van het verzet tegen de Duitsers en in 1982 ontving zij voor haar werk zelfs een verzetsherdenkingskruis. De moord is verjaard. Voor alle nabestaanden was het misschien beter geweest als ze niet meer had bekend. En haar verzetskruis, wat vind jij, inleveren?

getagged ,

2 thoughts on “Na 65 jaar een moord bekennen

  1. JS schreef:

    Al met al een raar verhaal van deze bejaarde dame. Ze verklaart steevast dat ze geen weet had van de commotie na de liquidatie maar ze is in 1948 notabene verdachte geweest en kortstondig verhoord, ook is er een confrontatie geweest met de weduwe Gulje die de daderes tenslotte had gezien toen zij aangebeld had. Of zij werkelijk de schutter is geweest waag ik te betwijfelen. Het boek over Marinus Post geeft al helemaal geen duidelijkheid maar er staan wel een antal opmerkelijke zinnen en fouten in. Het begint al met de inleiding, hier schrijft ze dat ze gemeenten en personen heeft gecontact om zo het geheel op rij te krijgen. Vanuit allerlei bronnen kreeg zij informatie en kon toen haar verhaal schrijven. Haar studievriendin in Amsterdam, in de oorlog reeds getrouwd en moeder geworden, gaf Atie en Marinus overdag onderdak volgens Atie Visser. Ze noemt de naam van de vriendin en het adres waar zij met haar man en dochtertje woonde. Het verhaal van Atie Visser gaat geheel mank want de naam van die studievriendin klopt niet, zij was niet getrouwd op dat moment dat het verhaal speelt en bovendien had ze geen kind. Het verblijf van Atie Visser in Brussel verzwijgt zij en ook dat zij in 1942 weer terugkwam in Rotterdam. Verhuizen was toentertijd een hele gebeurtenis maar zeker omdat niemand ongecontroleerd kon verhuizen, tenslotte wilde de Duitsers alles reguleren en vooral voorkomen dat joden zich ongecontroleerd konden vestigen. Even naar Belgie verhuizen was dus niet zo simpel als het lijkt maar Atie Visser had er geen moeite mee. Het werk wat zij deed voordat ze in het verzet terecht kwam roept alweer vragen op. Het was tenslotte niet toegestaan om door te werken zonder de loyaliteitsverklaring te hebben getekend. In het boek vermeld ze dat ze administratief werk deed maar vermeld niet dat dit bij de woningstichting was. Haar bekentenis rammelt aan alle kanten, ze noemt niet de naam van de derde man tijdens de liquidatie en beweerd zelf te hebben geschoten. Om dit te staven heeft zij een doosje 7.62 patronen in huis waaruit twee patronen ontbreken. De eerste patroon zou zijn gebruikt om te oefenen en de tweede om Gulje neer te schieten. Waarom moet een schutter van haar kaliber nog oefenen terwijl Gulje met een goed gelost schot in de hartstreek werd geraakt. Ook Dick Spoor, die bij de aanslag aanwezig was, had genoeg ervaring met schieten met een handvuurwapen. De jonge BS’er die niet bij name werd genoemd, mij wel bekend, had daarmee echter geen ervaring en algemeen werd aangenomen in kringen van het voormalig verzet en in kringen van betrokken instanties, dat hij de schutter weleens kon zijn. De 7.62 patronen zijn bij mijn weten nog steeds in het bezit van Atie Visser maar justitie vind het wel goed zo, de moord is opgelost en de heldin heeft schoon schip gemaakt. Onderzoek doet men niet want er kan niet meer gestraft worden. Zelfs al zou er gestraft kunnen worden dan gaat justitie deze bejaarde heldin echt niet vervolgen. De patronen mag zij klaarblijkelijk behouden. Volgens haar heeft zij deze vanuit Leiden meegenomen naar het toenmalig Nederlands-Indie en vervolgens weer mee teruggenomen naar Nederland. Nou wil ik veel geloven maar dit……. De intervieuwers van allerlei kranten en andere media hebben helaas te weinig, of zelfs geen, kennis van zaken om deze dame eens goed aan de tand te voelen. Het lijkt erop dat de leugen blijft regeren en Visser wegkomt met haar dubieuze verhaal. Tot slot, het verzetsherdenkingskruis werd aan haar uitgereikt louter omdat ze dat zelf had aangevraagt, deze herinneringsmedaille werd nooit anders uitgereikt dan na aanvraag van de betrokkene.

  2. Ewoud Modderman schreef:

    Wie kan mij meer vertellen over de leden van deze verzetsgroep?

    Mijn vader heeft ooit aangegeven dat hij actief was in het verzet. Destijds woonde hij op de Warmonderweg 43 te Leiden. Dick Spoor was een bekende van onze familie. Als kind kan ik mij dat nog herinneren. Het vreemde is dat hij nooit veel heeft willen vertellen over deze periode.

    Met vriendelijke groet,
    Ewoud Modderman

Reageren is niet meer mogelijk